Uit het Algemeen Diagnostisch Protocol: Intakefase

Wanneer uit de vraagverheldering blijkt dat een HGD-traject nodig is om een antwoord te formuleren op de vraag, bouwen we het traject verder op via de intakefase.

Vanuit een goede voorbereiding, brengt het CLB-team de gemelde zorgen en het brede functioneren van de leerling verder in kaart[1]. Daarnaast worden de attributies, relevante voorgeschiedenis en reeds ondernomen activiteiten en effecten bevraagd. Wat er op welk moment tijdens een intake aan bod komt, kan per cliënt verschillen.

Met de ene cliënt is het mogelijk om van bij het begin stil te staan bij de hulpvraag. Bij andere cliënten kan het vlotter gaan om eerst overzicht te krijgen van het functioneren van de leerling of om te vertrekken vanuit de verwachtingen ten aanzien van het CLB. De onderdelen van de intakefase hangen nauw samen. Ze kunnen in elkaar overlopen of gelijktijdig plaatsvinden. Transparant werken is belangrijk zodat alle partners op de hoogte zijn van wat er gebeurt doorheen het traject, waarom en met welk doel. Zo heeft iedereen zicht op wat de zin is van elke actie, waar en door wie ze wordt uitgevoerd.

Voorbereiden van het intakegesprek

Overzicht krijgen

Tijdens de intakefase krijgt het CLB-team stap voor stap meer overzicht op de persoonlijke verhalen van de cliënt. De CLB-medewerker beluistert de cliënten vanuit een oprechte en geïnteresseerde houding en neemt hun zorgen, verklaringen en voorkeuren mee in het traject. Wat betekent deze situatie voor deze leerling? Welke gevoelens roept dit op? Wie heeft welke verwachtingen en hoe kan daaraan tegemoetgekomen worden? Wat wil de school graag anders zien? De CLB-medewerker kijkt samen vooruit met de betrokkenen en dit op een transparante manier. Hij stelt hierbij zoveel mogelijk open vragen, gaat niet af op de eerste indruk en luistert zonder vooroordelen. Dit geheel aan informatie wordt verzameld met het oog op het formuleren van de hulpvraag, de clustering van de verkregen informatie en het formuleren van hypothesen in de strategiefase.

De hulpvraag samen bepalen

Vanuit de vragen van de verschillende betrokkenen zoekt de CLB-medewerker samen naar afstemming over de hulpvraag die moet worden beantwoord. Het is belangrijk om letterlijk af te toetsen bij de betrokkenen of je hun vraag goed hebt begrepen. Soms kan het nodig zijn om een vraag te herformuleren en/of (nog) concreter te maken. Als CLB-medewerker is het belangrijk om voldoende oog te hebben voor een eventuele verborgen vraag achter de uitgesproken vraag. Zo’n impliciete vraag komt pas boven tafel als je er gericht naar op zoek gaat[14]. Dat kan met vragen zoals: wat kan ik voor je doen? Wat wil je precies weten en waarom? Wat maakt dat jullie nu met deze vraag komen? Waar maak je je het meest zorgen over? …

Bij het verder verhelderen van de vraag is het belangrijk om na te gaan welk(e) type(s) hulpvraag we meenemen: onderkennend, verklarend, indicerend. Het bepalen van het type hulpvraag is immers van belang omwille van de impact op de verdere fasen van het HGD-traject:

Bij de analyse van de vragen brengt de CLB-medewerker in kaart welk type hulpvraag in deze specifieke situatie van toepassing is. Vaak gaat het om een combinatie van vragen: ouders, school en leerling willen weten wat er aan de hand is op dit moment en in deze context (overzicht), hoe dat komt (inzicht) en welke aanpak wenselijk en minimaal noodzakelijk is (uitzicht).

Afhankelijk van het type en het aantal hulpvragen, kan het ook nodig blijken om een zekere prioritering aan te brengen in functie van een realistisch en behapbaar HGD-traject binnen de CLB-werking. Dit gebeurt steeds in afstemming met de cliënt.

Afstemmen

Aan het einde van de intakefase is er een consensus over de hulpvragen die we opnemen binnen het HGD-traject alsook een eventuele prioritering hiervan. Deze consensus komt er in overleg en afstemming met de verschillende betrokkenen. Ook wanneer de CLB-medewerker een hulpvraag niet opneemt omdat deze niet past binnen de CLB-opdracht, toetst de CLB-medewerker af of de cliënt ondersteuning nodig heeft bij de toeleiding naar andere hulp.

Op deze manier hebben de verschillende partijen realistische verwachtingen voor wat betreft de inhoud van het verdere traject. Bij onvoldoende overeenstemming tussen de verschillende cliënten over de hulpvragen, gaat de CLB-medewerker op zoek naar een compromisvoorstel.

Voorbeeld: Ouders willen enkel hulpvragen meenemen over hoe het op school gaat en niet over hoe het thuis loopt.

Het is cruciaal om meningsverschillen tussen cliënten mee te nemen. Als er geen akkoord is, dan wordt de zin van het vervolg van het traject in vraag gesteld. Gelijkgestemde wensen en verwachtingen zijn namelijk cruciaal om samen met alle betrokkenen het handelingsgericht diagnostisch traject te lopen en tot gedragen adviezen te komen[19].

Ten slotte biedt de CLB-medewerker de cliënten informatie over het verdere verloop van het traject: verschillende mogelijke vervolgscenario’s worden globaal besproken. Of er al dan niet verder onderzoek zal uitgevoerd worden, hangt af van de inschatting tijdens de strategiefase. Mogelijkheden voor onderzoek door het CLB-team kunnen hier, voor zover dit al in te schatten is vanuit de intake, geschetst worden. Ook wordt er aandacht besteed aan hoe de verdere communicatie en samenwerking tussen de verschillende betrokkenen verder wordt vormgegeven. Wie wil op welke manier betrokken worden gedurende het verdere traject? Welke vorm en frequentie van communicatie verkiezen de verschillende cliënten? Welk tijdspad wordt er voorzien?

Aanvulling in het kader van leersteun

De vraag die wordt gesteld in het kader van leersteun is vaak “Kan er een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag worden opgemaakt voor deze leerling?” (adviesgerichte hulpvraag). De CLB-medewerker gaat, in overleg met de leerling, ouders en de school (en eventueel ander relevante betrokkenen), aan de slag met deze vraag om te komen tot een gedragen hulpvraag.
Het is belangrijk om op zoek te gaan naar de vraag achter de vraag: Waarom wordt deze vraag gesteld? Welke zijn de zorgen? Wat maakt dat deze vraag nu wordt gesteld? De CLB-medewerker gaat samen met de betrokkenen op zoek naar de onderwijs- en opvoedingsbehoeften van de leerling en de daarbij horende ondersteuningsbehoeften van de ouders en de school. Leersteun kan immers zowel leerlinggericht, leerkrachtgericht als schoolteamgericht worden ingezet. Verder wordt ook gepeild naar het onderwijsloopbaanperspectief van de leerling en de haalbaarheid van het gemeenschappelijk curriculum. Door bevraging van de behoeften van de leerling en de leerkrachten, kan de CLB-medewerker nagaan of de behoeften van die aard zijn dat hier niet aan tegemoet kan worden gekomen binnen brede basiszorg en verhoogde zorg en/of binnen het gemeenschappelijk curriculum. Zo werken we aan leersteun die aanvullend is op wat er in de school al aanwezig is.

Inhoudsopgave

Vind sneller de inhoud waarin u geïnteresseerd bent op deze pagina:

  1. Voorbereiden van het intakegesprek
  2. Overzicht krijgen
  3. De hulpvraag samen bepalen
  4. Afstemmen
  5. Aanvulling in het kader van leersteun
Voor meer info over het voorbereiden van gesprekken binnen de leerlingenbegeleiding, zie bijlage: Gespreksvoering binnen leerlingenbegeleiding.Zie managementsamenvatting ouderbevraging: Bij de start van een traject wenst 68,46% van de ouders dat de CLB-medewerker beschikt over het CLB-dossier en over alle informatie vanuit de school. Slechts een beperkt percentage verkiest dus een eerste gesprek waarbij een CLB-medewerker zonder voorkennis met een nieuwe blik naar hun kind kijkt.Uit ouderbevraging blijkt dat het merendeel van de ouders wenst dat de CLB-medewerker beschikt over het CLB-dossier en alle informatie vanuit de school. Slechts een beperkt percentage wenst dat de CLB-medewerker zonder voorkennis met een nieuwe blik naar hun kind kijkt. Zie managementsamenvatting ouderbevraging. Uiteraard blijft maatwerk en afstemming in elk dossier nodig.HGW –uitgangspunt: De betrokkenen werken constructief samen. We praten vooral met elkaar en zo weinig mogelijk over of tegen elkaar.Zie Theoretisch deel ADP: Faire diagnostiek.Ook leerlingen jonger dan 12 jaar worden zo veel mogelijk actief betrokken bij het HGD-traject. Vanuit de ouderbevraging van Prodia komt naar voor dat ouders niet altijd de noodzaak zien om hun kind actief te betrekken in het diagnostisch traject. Moedig ouders hiervoor aan. Informeer hen over de verschillende manieren om hun kind bij het traject te betrekken. Heb hier zeker oog voor bij kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. Zie Managementsamenvatting Ouderbevraging. Zie ook: Het internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK, 2014, artikel 12).Pameijer, N. & Van Beukering, T. (2015). Handelingsgerichte diagnostiek in het onderwijs, een praktijkmodel voor diagnostiek en advisering. Leuven/Den Haag: Acco.Zie Theoretisch deel ADP; Rechtspositie en hulpverlenershoudingZie Pameijer, N., Denys, A., Timbremont, B., & Van de Veire H. (2018). Handelingsgericht werken. Samenwerken aan schoolsucces. Vlaamse editie. Leuven/Den Haag: Acco, Bijlage 6.4 Welke kenmerken van leerlingen, onderwijs en opvoeding zijn te beïnvloeden?Ontwikkeling is een uiterst complex proces van onder meer lichamelijke en geestelijke maturatie en het verwerven van vaardigheden in diverse domeinen (sociaal-emotioneel, motorisch, cognitief, taal-spraak, creativiteit, lezen, rekenen, schrijven,… deze lijst is vrijwel onbeperkt). Sommige aspecten van het ontwikkelingsproces overstijgen het niveau van ‘vaardigheden verwerven’. De vaardigheden zijn in dat geval eerder middelen om zichzelf te ontplooien tot een persoonlijkheid, die gedragingen stelt volgens bepaalde morele waarden. Ontwikkeling resulteert in ‘het worden van iemand’ en niet alleen in het ‘verwerven van vaardigheden’ uit Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheiszorg (2022). ‘Wat is jeugdgezondheidszorg? Duiding voor (toekomstige) professionals en beleidsmakers. Geconsulteerd op 16 januari 2024 via https://www.vwvj.be/sites/default/files/2023-08/Duiding%20jeugdgezondheidszorg_2022_finaal_onderschreven.pdfZie Specifieke Diagnostische Protocollen Theoretisch deel en Nederlands Centrum Jeugdzorg (z.d.) Ontwikkelingsaspecten en omgevingsinteractie schema, geraadpleegd op 8/03/2023 via https://www.ncj.nl/onderwerp/landelijk-professioneel-kader-lpk/schema-ontwikkelingsaspecten-en-omgevingsinteractie/.Zie Analyse onderwijsleersituatieMeestal worden vier causale dimensies onderscheiden waarop oorzaken gesitueerd kunnen worden: extern-intern, stabiel-instabiel, controleerbaar-oncontroleerbaar, globaal-specifiek. Zie: Lens W. & Depreeuw E., Studiemotivatie en faalangst nader bekeken, Universitaire Pers Leuven, 1998 en Bors G. & Stevens L., De gemotiveerde leerling, Garant, Antwerpen-Apeldoorn, 2008.Jolanda A. B. M. Coolen, Nicole P. M. Krol, Eric E. J. De Bruyn et al. Vragen rond hulpvragen. De hulpvraag in het diagnostisch proces. Uit: Kind en adolescent, uitgave 2/2003.Zie box 1: De plaats van classificerende diagnostiek in een casusformulering. In Kwaliteitscentrum Diagnostiek (2023). Richtlijn Casusformulering, KcD. Wel of niet meenemen van vraag naar label: Handelingsgericht classificeren in het onderwijs(HGD 2015, download 2.2, via website Acco), Zie ook bijlage  Waarom is een label hoogbegaafdheid niet meer houdbaar?Zie ook Als-danredenering in Strategiefase: Als we weten dat… dan betekent dat voor ons advies dat…Zie ook Als-danredenering in Strategiefase: Als we weten dat… dan betekent dat voor ons advies dat…Tooltip contentHGW-uitgangspunt: constructief samenwerken.